Thuiszorg & incontinentie

Thuiszorg & incontinentiezorg

Het zal je niet vreemd in de oren klinken, waarschijnlijk kom je het dagelijks in de praktijk tegen: Eén op de drie vrouwen van 35 jaar en ouder krijgt te maken met urineverlies. En ook één op de vier mannen van boven de 40 jaar. Naarmate men ouder wordt neemt de kans toe. De incontinentie kan verschillende oorzaken hebben: Zo is het een symptoom bij bepaalde ziekten of wordt het veroorzaakt door de verslechtering van de conditie (bijv. verslapte bekkenbodemspieren). Ook het gebruik van bepaalde medicijnen of vergroting van de prostaat bij mannen kan een oorzaak zijn. Naast urine-incontinentie komt ontlastingsverlies, ook wel fecale incontinentie (FI) genoemd, voor.

Het is altijd belangrijk om de oorzaak te achterhalen

Urine-incontinentie kan afhankelijk van de oorzaak en situatie van jouw cliënt behandeld en vaak verholpen of verminderd worden. En het kan zeker altijd onder controle gebracht worden waardoor de kwaliteit van leven en het zelfvertrouwen van jouw cliënten verbetert.

Maak, als je signalen van urineverlies krijgt, het altijd bespreekbaar met de cliënt en/of zijn of haar mantelzorger. Om er iets aan te doen óf om er zo goed mogelijk op in te spelen, is het belangrijk om de oorzaak te achterhalen. Als de symptomen onduidelijk zijn raden we aan om een week of twee een dagboek van het patroon van urineren bij te houden. Dit dagboek is ook van grote waarde bij een overleg met de huisarts over de specifieke aanpak voor jouw cliënt.

Verschillende vormen van incontinentie

Stress-urine-incontinentie (SUI)

Stressincontinentie is ongewenst urineverlies bij buikdruk. Dit kan gebeuren tijdens inspanning, hoesten, niezen of lachen. Het betreft meestal kleine hoeveelheden urine, afhankelijk van blaasvulling en buikdruk. Verzwakte bekkenbodemspieren zijn vaak de oorzaak van stressincontinentie. Ondersteuning rondom de urinebuis en blaas functioneert niet goed, wat leidt tot urineverlies bij buikdruk. Constipatie, obesitas en chronisch hoesten kunnen deze aandoening verergeren. 

SUI is de meest voorkomende vorm van incontinentie bij vrouwen en wordt veroorzaakt door een kortere urinebuis en zwakkere bekkenbodem. Zwangerschap, bevalling, overgang en erfelijkheid kunnen hierbij een rol spelen. Meestal gaat het om een kleine hoeveelheid urineverlies, maar in sommige gevallen kan het meer zijn. Op hogere leeftijd verzwakken ondersteunende structuren rondom de blaas. 

Bij mannen kan SUI optreden voor of na een prostaatoperatie. Bekkenbodemspieroefeningen kunnen dit voorkomen en genezen.

Aandrangincontinentie

Aandrangincontinentie is het ongewenst urineverlies vlak voor of tijdens de aandrang om te plassen, dat moeilijk uit te stellen is. Het kan plotseling optreden en heeft verschillende vormen en niveaus. Dit kan resulteren in licht verlies tussen plasbeurten of volledig legen van de blaas. 

De frequentie van plassen neemt toe, waarbij men vaker dan 4-8 keer per dag moet plassen. Dit kan ook 's nachts voorkomen (nocturie). Blaastraining kan helpen om de frequentie te verminderen en nachtelijke toiletbezoeken te voorkomen. 

Aandrangincontinentie kan verschillende oorzaken hebben, zoals een verstoorde blaasuitgang door bijvoorbeeld een vergrote prostaat of constipatie. Een urineweginfectie of overmatige vochtinname zijn andere mogelijke oorzaken.

Gemengde urine-incontinentie

Gemengde urine-incontinentie combineert SUI en aandrangincontinentie. Het veroorzaakt ongewenst urineverlies bij urgentie en inspanning, zoals niezen of hoesten.

Overloopincontinentie

Overloopincontinentie komt voor als de blaas niet geheel geleegd kan worden en geleidelijk wordt gevuld met resturine. Dit komt meestal voor bij een vergrote prostaat die obstructie van de blaasuitgang veroorzaakt. De obstructie voorkomt dat de blaas zich volledig leegt en veroorzaakt urineretentie. De blaas raakt ernstig opgezwollen door urine en het sluitmechanisme kan de druk niet weerstaan, zodat ongewenst urineverlies ontstaat. 

Een zwakke en overspannen blaasspier die niet kan samentrekken is een andere, vaak voorkomende oorzaak. Dit kan op zijn beurt veroorzaakt worden door factoren zoals diabetische sensorische neuropathie, hernia of spinale stenose. 

Vaak voorkomende symptomen bij overloopincontinentie zijn druppelen, een overactieve blaas en een blaas met weinig elasticiteit. Het is niet altijd pijnlijk. Wel is de hoeveelheid vastgehouden urine veel groter dan de normale capaciteit van de blaas, die 300-600 ml is. 

Risicofactoren zijn onder meer bepaalde soorten geneesmiddelen, goedaardige prostaatvergroting, verzakking en zenuwbeschadiging.

Neurologische blaasstoornis

Diverse spieren en zenuwen werken samen voor urinecontrole. Schade aan de hersenen, ruggenmerg of zenuwen, of trauma & ziekte kunnen communicatieproblemen veroorzaken tussen hersenen en blaas. Dit leidt tot onvermogen om de blaas te beheersen of volledig te legen. Urine-incontinentie kan voorkomen bij aandoeningen zoals beroerte, dementie, multiple sclerose en Parkinson.

Postmictie nadruppelen

Postmictie nadruppelen is het ongewenst urineverlies direct na het plassen, meestal bij mannen na het verlaten van het toilet en bij vrouwen als ze opstaan als gevolg van onvoldoende spierondersteuning van de urinebuis.

Functionele incontinentie

Functionele incontinentie ontstaat door belemmeringen zoals verminderde mobiliteit en/of verminderde cognitieve functies van de cliënt. Ook kunnen omgevingsfactoren een rol spelen. 

Factoren die het (zelfstandig) bereiken van het toilet bemoeilijken zijn onder andere moeilijker op kunnen staan of lopen met een rollator, slecht zicht, onbegrip over de weg naar het toilet of moeite met het snel uittrekken van kleding. Neem daarom alle relevante factoren, zowel persoonlijk- als omgevinggerelateerd, in overweging om de incontinentie te verminderen of zelfs geheel te voorkomen. Denk daarbij aan goede verlichting, duidelijke signing van het toilet, makkelijke kleding, incontinentieproducten die men zelfstandig aan en uit kan trekken (bijv. TENA ProSkin Pants-incontinentiebroekjes) enzovoort. De incontinentie worden verminderd of zelfs geheel worden voorkomen!

Fecale incontinentie

Fecale incontinentie komt bij een op de zes ouderen voor. Het onvrijwillig verlies van ontlasting, van incidentele lekkage tot en met een volledige portie ontlasting, valt allemaal onder de diagnose fecale incontinentie. 

Van fecale urge-incontinentie is sprake wanneer de cliënt zoveel aandrang ervaart dat deze het toilet niet op tijd bereikt; van fecale passieve incontinentie spreken we wanneer de cliënt ontlasting verliest zonder dat deze dit direct merkt. Niet zelden is sprake van een gemengd type fecale incontinentie. Wanneer de cliënt in wisselende mate wat fecaal vocht verliest spreekt men wel van accidentele darmlekkage. 

Veel voorkomende oorzaken zijn aambeien, (chronische) diarree en dementie. Minder vaak word het veroorzaakt door een rectale verzakking, verminderde werking van de kringspier en/of bekkenbodemspieren of complicaties bij een operatie.