Aandrangincontinentie is ongewenst urineverlies dat gepaard gaat met of voorafgegaan wordt door een dringende behoefte om te urineren. Dit kan leiden tot regelmatig licht ongewenst urineverlies of een volledige lediging van de blaas.
Voorbeelden van risico's zijn een vergrote prostaat, diuretica of een urinewegproblemen, maar vaak kan de oorzaak niet worden vastgesteld. Mensen kunnen meer urineren dan de normale plasfrequentie van 4-8 keer per dag – waaronder een of meer keren 's nachts (nocturie). In sommige gevallen kan blaastraining mensen helpen minder vaak te urineren en voorkomen dat ze 's nachts moeten urineren.
Gemengde urine-incontinentie
Gemengde urine-incontinentie is een combinatie van stressincontinentie en aandrangincontinentie. Dit wordt gekenmerkt door regelmatige aandrang om te urineren, soms door ongewenst urineverlies als mensen het toilet niet op tijd bereiken, en door ongewenst urineverlies tijdens lichamelijke activiteit. Het wordt veroorzaakt door lichamelijke activiteit, hoesten of niezen.
Urineverlies zonder inspanning of aandrang veroorzaakt door een overvolle blaas
Moeilijkheden met het legen van de blaas kunnen worden veroorzaakt door een verstopping van de urinebuis of een blaas die te zwak is om samen te trekken en zich volledig te legen. Als de blaas overvol raakt met urine, rekt hij uiteindelijk uit tot boven zijn capaciteit. Dit overmatig uitrekken kan leiden tot ongewenst urineverlies (ook wel overloopincontinentie genoemd), maar ook tot andere symptomen van de lagere urinewegen, zoals het gevoel dat de blaas niet volledig wordt geleegd. Symptomen zijn ook moeite om te beginnen met plassen, een onderbroken of zwakke urinestroom, regelmatige aandrang en 's nachts vaak moeten plassen.
Als de urinebuis wordt samengedrukt door een vergrote prostaat of een verzakking, kunnen er problemen optreden bij het legen van de blaas. Dit kan ook worden veroorzaakt door een zwakke blaasspier, bijvoorbeeld als gevolg van een beschadiging van de zenuwen die de blaascontrole ondersteunen. Risico's zijn o.a. diabetes, multiple sclerose of een dwarslaesie. Bepaalde soorten medicatie kunnen als bijwerking ook de blaasspierfunctie beïnvloeden.
Urineretentie (het ophopen van urine in de blaas) moet worden behandeld, omdat de druk van urine die zich ophoopt in de blaas ervoor kan zorgen dat de urine via de urineleiders terugstroomt naar de nieren. Achterblijvende urine is ook een risico voor urinewegproblemen. Neem contact op met uw arts als u vermoedt dat er sprake is van urineophoping.