Ouder worden en incontinentie

Wat gebeurt er wanneer ze ouder worden?

Wat is het eerste dat u moet doen wanneer uw bejaarde naaste de controle over zijn/haar blaas en/of darmen verliest? Probeer niet in paniek te raken. Aan het begin kan het voor jullie beiden ongemakkelijk en gênant zijn. Maar weest gerust: komt vaak voor en er zijn manieren waarop u hem of haar kunt helpen ermee om te gaan.
 
Als u een naaste ouder hebt zien worden, dan heeft u waarschijnlijk al veranderingen aan hun fysieke conditie opgemerkt. Misschien zijn ze niet zo fit of kwiek meer als voorheen. Mogelijk is hun zicht of gehoor tegenwoordig niet zo best meer. Dit is niet meer dan natuurlijk. 
 
En misschien hebben ze een vergelijkbaar probleem met hun urinewegen. Naarmate mensen ouder worden werken de urinewegen minder effectief dan toen ze jonger waren. Hierdoor kunnen ze enige of alle controle over hun blaas en darmen verliezen. Dit is een veelvoorkomende situatie en wordt incontinentie genoemd. 
 
Incontinentie kan gênant en frustrerend zijn voor uw naaste. Naar het toilet gaan, een privéaangelegenheid die ze voorheen voor lief namen, ligt plotseling niet meer in hun eigen handen.  
 
U kunt hierbij helpen door begrip te tonen. Door te proberen om niet in verlegenheid gebracht te worden of te oordelen over hun situatie. Kom meer te weten over incontinentie en de praktische dingen die u kunt doen voor uw naaste. Door liefdevol voor hen te zorgen komen jullie misschien dichter bij elkaar. 
 
Probeer, om de situatie van uw naaste beter te begrijpen, te bedenken wat er gaande is in hun ouder wordende lichaam.

Waarom wordt uw naaste incontinent?

Wanneer mensen ouder worden werken hun organen, spieren en zenuwen misschien niet meer effectief samen. 
 
Om continent te blijven, hebben we ondersteuning nodig van de en sluitspieren. Deze belangrijke spieren dragen bij aan continentie van urine en ontlasting. Wanneer we ouder worden, kunnen deze spieren om verschillende redenen slapper worden en daardoor veroorzaken. Het kan ook zo zijn dat de zenuwen die de hersenen en de blaas verbinden, de verkeerde signalen sturen. 
 
Daarnaast kan het, ook als resultaat van ouder worden, zijn dat onze nieren en blaas niet zo effectief meer werken als wanneer we jonger waren. (Meestal blijft bij een persoon die in goede gezondheid ouder wordt, de nierfunctie normaal. Maar ziekte, medicijnen en andere omstandigheden kunnen van invloed zijn op de werking van de nieren.) 
 
De volgende veranderingen kunnen bijdragen aan incontinentie:  
Wat gebeurt er met onze nieren naarmate we ouder worden?
Naarmate we ouder worden, bestaat er ook meer kans op afwijkingen in de nierfunctie. Dit uit zich in een verminderde bloeddoorstroming naar de nieren en een vermindering van de productie van het antidiuretisch hormoon (ADH). Dit hormoon stimuleert de terugresorptie van water in de nieren en maakt de urine geconcentreerd. Wanneer dit hormoongehalte afneemt, wordt er meer urine geproduceerd, met name in de nacht. Dit verklaart ook waarom het normaal is dat een oudere persoon 1-2 keer per nacht naar het toilet moet.
Wat gebeurt er met onze blaas naarmate we ouder worden?
De blaas is een gespierde zak. Bij het ouder worden bestaat er meer kans dat de blaasspieren hun kracht en werking beginnen te verliezen. Hierdoor kan de blaas zich minder goed samentrekken en samenknijpen. Zodoende duurt het langer om de blaas te legen en raakt de blaas niet helemaal leeg: er blijft wat urine in de blaas achter. 
 
De blaas wordt ook minder elastisch en kan niet meer zo veel urine vasthouden als voorheen. De ledigingsreflex komt later op gang, wanneer de blaas bijna vol is. Dit geeft een oudere persoon minder waarschuwingstijd om naar het toilet te gaan om de blaas te legen. 
 
De urinebuis kan geblokkeerd raken. Bij vrouwen kan dit komen door verzwakte spieren waardoor de blaas of vagina verzakt (prolaps). Bij mannen kan de urinebuis geblokkeerd worden door een vergrote . Het is belangrijk om deze aandoeningen vroeg te ontdekken om de juiste behandeling te krijgen.
 
De symptomen kunnen zijn: 
  • moeite om te beginnen met plassen
  • het gevoel dat de blaas niet geleegd is na het plassen
  • een onderbroken of zwakke urinestroom
  • vaak drang om te plassen en ’s nachts vaak moeten plassen.
Wanneer de blaas niet volledig kan worden geleegd, kan deze vol raken met overgebleven urine, wat kan veroorzaken en een risico op urineweginfectie vormt.
 
Als uw naaste met de jaren minder mobiel is geworden, kan het moeilijk zijn om bij het toilet te komen. Hierdoor kunnen ze het toilet niet op tijd bereiken wanneer dit nodig is. Dan zijn ze afhankelijk van een verzorger zoals u om hen te helpen met hun

Meer informatie

Om iemand goed te kunnen verzorgen, is het belangrijk om het proces van ouder worden te begrijpen en te weten hoe dit van invloed is op de mobiliteit en cognitieve capaciteiten. Kom meer te weten over leeftijdgerelateerde veranderingen en hoe u uw naaste kunt helpen in de volgende artikelen: